In welke sectoren mag ik een flexi-job doen?

Met een flexi-job kan je bijverdienen naast je hoofdberoep of je pensioen, maar je kan er ook verschillende sectoren mee verkennen! In 2015 werden ze geïntroduceerd in de horeca, waar ze meteen een groot succes bleken. Daarom werd het flexi-systeem sinds 2018 verschillende keren uitgebreid.

In 2023 kon je een flexi-job uitoefenen in 10 sectoren, waaronder horeca, sport, kappers en kleinhandel. In januari 2024 kwamen daar nog eens meer dan 10 sectoren bij: kinderopvang, onderwijs, voeding, automechanica, bussen en autocars, tuinbouw, begrafenisondernemingen, publieke sport- en cultuursector, rijscholen, eventsector en de verhuissector.

In april 2024 werd een koninklijk besluit gepubliceerd dat officieel vastlegt in welke paritaire comités flexi-jobs toegelaten zijn. Daarin werd beslist dat je in de tuinbouwsector enkel in PC 145.04 (tuinen en parken) als flexi mag werken en dat je in PC 323 geen flexi-job als dienstbode mag doen. Verder zijn flexi-jobs mogelijk in onderwijs en sport & cultuur in de Vlaamse gemeenschap vanaf 1 april 2024. Vanaf 1 juli 2024 kan je ook in PC 331 (NACE 88.91, Kinderopvang) als flexi-jobbers aan de slag.

Een overzicht nodig? Flexi-jobs mogen in ondernemingen met deze paritaire comités: